De eerste stapjes op Chileense bodem
Ga voelen. Voelen. Niet meteen hard gaan. Ga eerst voelen. Voel de omgeving, de mens. Voel wat er is, wat er niet is. Voel jezelf. Zet de actieknop op een lager pitje. Ga voelen. Er zijn. Voelen. Voelen. Voelen.
Ik stap het vliegtuig uit en adem diep in. Latijns-Amerika ruikt anders en Chili is daar geen uitzondering in. Dan heb ik het niet meteen over karakteristieke eetgeuren, uitlaatgassen of bloemen. De lucht ruikt anders, stroomt anders mijn longen in. Ik adem helemaal door tot mijn onderbuik. Een rare sensatie van vertrouwdheid maakt zich van me meester. Het initiële gevoel is goed, want ik moet dus voelen. Misschien houd ik mezelf voor de gek. Is deze vertrouwdheid niet Chili, maar het herkennen van dit continent. Het teruggaan naar eerdere ervaringen. Herinneringen.
Mijn lichtblauwe rolkoffertje rolt gretig over de vliegveldvloer terwijl ik mijn weg zoek naar de migratie. Eerst nog even naar het toilet, je weet nooit hoe lang de rij is of hoe lang de migratie officier het nodig vindt om me aan de praat te houden. Bovendien had ik het laatste uur in het vliegtuig echt nul zin meer om me in het veelgebruikte, inmiddels niet meer zo schone mini wc-hokje te wurmen waar vrijwel iedere passagier een geurtje had achtergelaten. Ik heb mijn verhaal klaar: ik kom op vakantie en ga Chili verkennen, vrienden opzoeken en na een maand zal ik verder reizen naar Argentinië. Ik heb mijn fake ticket al klaar als bewijs dat ik het land ook echt weer zal verlaten binnen de toegestane drie maanden.
Stap 1: mijn paspoort afgeven en duidelijk laten merken dat mijn Spaans prima in orde is.
Stap 2: de migratie beambte is aangenaam verrast over mijn vloeiende Spaans.
Stap 3: ik krijg wat vragen over mijn bestemming en plan en we dwalen af naar wat ik doe en waarom Latijns-Amerika me trekt.
Stap 4: ik stel een vriendelijke, geïnteresseerde vraag over zijn land.
Stap 5: er is grote verbazing over het feit dat ik als vrouw alleen op reis ben.
Stap 6: ik loop na vijf minuten weg met wat goede adviezen over hoe te overleven in het gevaarlijke Chili: ’s avonds niet alleen over straat, gebruik maken van Uber, mensen niet zomaar vertrouwen en niet overal met mijn telefoon lopen zwaaien.
Ik wil emigreren. Santiago is onbekend terrein en toch voel ik me ontspannen als ik achterin de taxi naar mijn Airbnb word gereden. De eerste huizen en wijken van Santiago doen zich aan. Laagbouw, aardkleuren en hier en daar een muurschildering.
Vragen, adviezen en onverwachte Milka
De bergketen van de Andes die aan de rand van de stad ligt is overal zichtbaar. Als ik de taxichauffeur mag geloven was het aangezicht gisteren spectaculair. Na regen en met een heldere hemel komen de bergtoppen pas echt goed tot haar recht.
Het verloop van het gesprek met de taxi chauffeur kan ik inmiddels dromen. ‘Waar kom je vandaan?’ ‘Wat kom je hier doen?’ ‘Hoe lang blijf je?’ ‘Wat doe je?’ ‘Ik kan je wel wat dingen aanraden in Santiago’. ‘Ben je helemaal alleen?’ ‘Heb je geen kinderen?’ ‘Een man?’ Binnen tien minuten heb ik zijn kaartje in mijn handen en mag ik hem voor alles contacteren op zijn Whatsapp.
Zijn extra touch had ik niet verwacht. De man is een detaillist. Ik krijg chocolade aangeboden. Hij presenteert het als iets uitzonderlijks, het blijkt Milka te zijn. Ik probeer mijn teleurstelling te verbergen over het feit dat het geen eerste Chileense delicatesse is en neem glimlachend een stukje chocolade aan. De beste man blijft vrij correct, gaat net niet over de grens. Toch ben ik blij wanneer we na 20 minuten op mijn plek van bestemming aankomen en ik geen verdere vragen of eventuele voorstellen hoef te ontwijken.
Nieuw terrein, oude reflexen
Ik heb me voorgenomen om goed te gaan luisteren naar mijn zeer ontwikkelde intuïtie die doorgaans te weinig aandacht krijgt. Ik stap uit de taxi en pak mijn koffertje en 18 kilo zware backpack uit de kofferbak. In beide gevallen ben ik mijn chauffeur voor. Hij is wat in de war dat deze vrouw van 1m65 hem geen enkele gelegenheid gunt om de deur te openen of haar tas te tillen. Die eeuwige zelfstandigheid, die schreeuw om het allemaal zelf te kunnen.
Auto’s toeteren, er fladdert was aan enkele balkons, op de hoek van de straat liggen wat lege dozen, voor de kapper hangt een groepje mannen tegen de muur, er is een geur van gefrituurd eten en salsa klanken vanuit één van de huizen.
In mijn buurt voor de komende maand wonen veel Colombianen en Venezolanen. Voor mij is dit vertrouwd, dit ken ik. Ik versta hen en dat is met de Chilenen nog maar de vraag. Volgens de Argentijnse die mij in Barcelona in de boardingrij had uitgekozen als haar gesprekspartner, zijn de Venezolanen de oorzaak van al het kwaad. Van het feit dat Chili nu extreem onveilig is en zij er geen uur langer blijft dan nodig. Dat is toch de informatie die je wil op het moment dat je het vliegtuig instapt dat je leven gaat veranderen. Ik nam het met een korreltje zout. De Argentijnse trots droop van haar af, zelfs Milei kon niet echt iets fout doen afgezien van dat hij wat politieke finesse mist.
De problemen die er zijn, komen door de buitenlanders. Als ik haar mag geloven, is zelfs Barcelona vandaag de dag levensgevaarlijk. Een dochter van een vriendin van een kennis van haar neef was aangevallen door een Venezolaan en die had haar arm opengesneden met een machete. Middenin Barcelona. Ze had de foto’s gezien, het was afschuwelijk, afgrijselijk, onmenselijk. Als Santiago niks wordt, is Barcelona mijn back-up plan. Lang leve mijn intuïtie.
Eerste stappen in de wijk
Met een backpack op mijn rug, een kleine rugzak op mijn buik en een rolkoffertje dat volhangt met jas, sjaal en vest, kom ik de receptie van de Airbnb binnen. Ik leg uit waar ik voor kom en overhandig mijn paspoort. De receptionist fronst zijn voorhoofd en richt zijn blik op ‘Kom je niet hier vandaan? Ik dacht dat je Argentijnse ofzo was.’ Het creëert de illusie dat ik niet op ga vallen. In mijn maag ontpoppen zich kleine vlindertjes en mijn ego krijgt een zachte streling.
Misschien hadden mijn vriendinnen geen gelijk. In Nederland ben ik soms een soort van verrassingsdoosje. Voor de één is het een verrassing dat er accentloos Spaans uit mijn mond komt, voor de ander dat ik Nederlandse ben. Ik praat Engels met een Spaans accent en dans salsa als een latina. Mijn lunch op het werk is dan toch weer net iets te vaak een broodje met kaas. De verwachting: in Chili ga je mensen op net zoveel verbazing trakteren. En heel veel flirten, dat blijkbaar ook.
Met de voelsprieten aan, zet ik mijn eerste stappen in de wijk. Het is essentieel dat ik eten vind en water. Chileens kraanwater schijnt kwalitatief zeer goed te zijn, maar op dag één neem ik liever nog geen risico’s. Ik heb Google Maps grondig bestudeerd, me ingeprent waar de supermarkt is, want ik mag niet met mijn mobiel lopen zwaaien.
De illusie van me incognito door de buurt bewegen is snel van tafel. Niks opgaan in een wereld zonder op te vallen, niks het ontlopen van het vreemde eendje zijn. Binnen deze horde aan Chilenen en Venezolaanse en Colombiaanse migranten, ben ik het element dat er niet thuishoort.
Ik voel de blikken die me van boven tot onder opnemen, ik zie hoe er vanuit auto’s naar me geloerd wordt, ik hoor de toegefluisterde ‘hermosa’ (mooierd). Het helpt ook niet echt dat de supermarktmedewerker me het rijensysteem bij de kassa’s uit moet leggen. Gelukkig weet ik hoe dit moet, ik loop over straat alsof ik hier wel degelijk thuishoor. Gedecideerd een kant oplopen en indien fout gekozen, subtiel verderop een straatje terug nemen.
Mijn blik op oneindig terwijl niks me ontgaat, want hun blikken gaan me er niet onder krijgen en wegen zeker niet op tegen al dat moois: de levendigheid, de standjes vol fruit en avocado’s langs de weg, de verschillende taalvariaties en de steeds terugkerende salsaklanken. Van binnen swing ik, van buiten houd ik mijn heupen netjes onder controle.
Van historisch hart naar rauwe randjes
Met een gevulde buik ga ik verder op ontdekkingstocht. Ik zit in het centrum van Santiago en drie blokken verderop begint het historische centrum van de stad. Het blijft me fascineren hoe de sfeer per straat kan verschillen, per blokje opeens kan omslaan. Op het moment dat ik een grote verkeersader oversteek, kom ik aan bij een goed onderhouden monumentaal gebouw, La Casa de la Moneda genaamd. Ervoor ligt een netjes aangeveegd parkje en het hek dat er omheen staat wordt bewaakt door militairen. Er zijn fonteintjes en een vijver die rustgevend kabbelt.
Onder het gebouw bevindt zich een prachtig cultureel centrum met een bibliotheek, exposities en filmhuis. Mensen zitten buiten op trapjes en bankjes te genieten van het zonnetje en maken ongelimiteerd zichtbaar gebruik van hun telefoon. Een mooie plek voor een pauze, tot rust komen, je leven overdenken.
Wanneer ik verder loop via wat winkelstraten die goed gevuld zijn met mensen, kom ik uit bij La Plaza de Armas. Dit plein is omringd door statige gebouwen, hotels en restaurantjes, met in het midden een parkje met kleine paadjes, bomen en bankjes. Er ontvouwt zich een schouwspel. Kunst en cultuur is vertegenwoordigd in de vorm van getalenteerde straatschilders en een dansgroep die midden in een optreden zit.
Als ik mijn blik afwend van de kleurig geklede dansers, kijk ik recht in een vrouwelijk gezicht. Rode opgeblazen lippen, dikke lagen make-up die haar wallen niet kunnen verbergen en een strak kort zwart jurkje. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ze in de seksindustrie zit. De mannetjes achter haar kijken schimmig en tegen een boom hangt een dunne kerel die net een beetje coke wegsnuift. Ik voel chaos opkomen, begrijp niet waar ik moet kijken. Kan niet snel genoeg inschatten waar mijn blik niet mag rusten. Mogelijk moet ik hier niet zijn en toch zie ik op mijn weg terug drie vrouwen rustig genieten van een gesprek en kopje koffie op een van de parkbankjes.
Genoeg gevoeld voor vandaag, ik ga mijn jetlag eruit slapen. De volgende dag vertelt een Chileen me dat de Plaza de Armas de plek is voor verschillende bendes, prostitutie en zakkenrollers. Top die intuïtie.