Kunstenares voor een dag

‘Nanda, waarom kom je morgen niet gewoon met ons mee schilderen?’

Mee schilderen? De laatste keer dat ik een kwastje in mijn handen had, was op de middelbare school. Verplicht, tijdens de kunst les. Ik moest kubussen inkleuren, waarvan ik ruimtelijk gezien niks snapte tot frustratie van de docent. Ik moest fruit tekenen, waar alles zo natuurgetrouw mogelijk moest zijn. In de daaropvolgende jaren zijn er uit mijn handen alleen witte muren ontstaan tijdens talloze verhuizingen. Ik denk meteen aan alle verf spetters en mijn gave om mijn haar overal in te hangen.

‘Natuurlijk! Wat een leuk idee! Wat doe ik dan aan? Ik heb niet echt schilders kleren in mijn rugzak gestopt toen ik naar Santiago kwam.’

De volgende dag stap ik opnieuw de grote hal binnen van het Culturele Centrum La Moneda binnen. Het culturele centrum dat bij het presidentiële paleis hoort. Aan beide kanten van de ruimte staan kunstenaars met hun werk. Er is een workshop keramiek, kinderen kunnen schilderen, er wordt geïmproviseerd met theater dat gebruik maakt van natuurlijke elementen en er is een live fotosessie in volle gang. Helemaal aan het einde staat een grote houten stellage die aan de linkerkant beschilderd is met een inheems vrouwengezicht. Aan de rechterkant ervan ontstaat een vulkaan waar zwarte rook uit komt.

 Ik heb me de hele weg hier naar toe afgevraagd hoe Fernando dit eigenlijk voor zich ziet, mijn penseelstrepen op zijn kunstwerk. Eigenlijk verwacht ik dat het idee bij nader inzien afgeblazen gaat worden. Langzaam loop ik door de hal langs alle standjes. Meer dan 40 kunstenaars exposeren, interacteren, onderwijzen, vertellen. Vrijwel alle kunstenaarscollectieven uit de Barrio Yunghay zijn hier vertegenwoordigd, een buurt waar kunst onmiskenbaar onderdeel is van de gemeenschap. Waar de kunst leeft en inclusiviteit hoog in het vaandel staat. Waar de muren meer wel dan niet beschilderd zijn. In Santiago is er veel ontwikkeling en beweging in de kunstenaarsscene. Dit staat niet in verhouding met de hoeveelheid subsidies en expositie mogelijkheden die er zijn. Ook hier geldt dat de waardering van kunst zich vaak niet vertaalt in genoeg opbrengst. Het bekende wereldwijde plaatje. In Chili is kunst vaak een middel om sociale kritiek te uiten, ten tijde van de dictatuur van Pinochet in de vorm van muurschilderingen, muziek of theater. Of bijvoorbeeld in 2019, tijdens de grote sociale protesten. Overal zijn beelden en teksten op straat te vinden die een mening of gevoel aankaarten. Wil je overleven als kunstenaar, dan zijn creativiteit in aanpak en doorzettingsvermogen onmisbaar. Ik krijg hier toegang tot een wereld, waarin interne processen zich extern vormgeven ter beoordeling van het oog van de buitenstaander.

Op het moment dat ik voor de grote houten stellage sta, mijn werkterrein voor vandaag, zie ik ze. Huisjes in potloodlijnen. Kubusvormen en ruimtelijke driehoeken die kleur moeten krijgen. ‘Ga je dáár in schilderen?’, vraagt Cami terwijl ik een dikke knuffel krijg en ze mijn spijkerbroek en lichtblauwe winterjas observeert. Gelukkig heeft Fernando mijn zorg hierover gisteren zeer serieus genomen. Hij haalt een lichtgroene joggingbroek en zwarte trui uit zijn tas, mijn werkoutfit voor vandaag. Zodra ik die heb aangetrokken en op mijn sokken naast hem op het plastic zeil voor het kunstwerk sta, kan het beginnen. We gaan werken met verschillende tinten oranje en bruin, afhankelijk van de lichtinval op het dak en de muren. Ik krijg uitleg over contrasterende kleuren. Hoe blauw een tegenhanger is van oranje en het een grijze gloed toevoegt wanneer je het mengt. Ik instaleer me op de grond omringd door verfpotjes met ieder een eigen kwast. Mijn eerste streek oranje geel verschijnt op het hout. Onwennig, gek. Fernando staat naast me een tweede of derde laag aan te brengen op het gelaat van de inheemse vrouw. Af en toe kijkt hij opzij.  Wat zou hij denken? Doe ik het wel goed, is het wel egaal genoeg, hoe erg is het als ik een beetje buiten de lijntjes ga? Als er per ongeluk een verfspatje ergens anders op het schone hout verschijnt? Rechte lijnen zijn lastig, gelijkmatige verdeling van de verf ook. Naarmate de minuten veranderen in een kwartier, een half uur, een uur, krijg ik steeds meer vertrouwen. Ik hoef niet meer na te denken over kleurkeuze en de streken brengen me in een soort van trans. Misschien heb ik dan eindelijke een vorm van meditatie gevonden die bij me past. Ik zit met mijn rug naar de zaal toe. Mensen lopen langs, blijven stilstaan. Ze observeren hoe we aan de slag zijn, hoe we de verf aanbrengen en er langzaam huisjes ontstaan. Er worden foto’s gemaakt, video’s. Hopelijk vooral van hem. Enig expert die dit analyseert, moet zien dat ik geen idee heb waar ik mee bezig ben. Ik blijf gewoon gestaag, vol vertrouwen streken aanbrengen. Iedere twijfel of fout maskeer ik met een observerende blik op mijn werk dat in transitie is.

‘Hoe lang zijn jullie al een kunstenaarscollectief?, hoor ik een vreemde stem achter me zeggen.

‘Ik werk hier al enige tijd en Nanda heeft zich recent bij ons gevoegd, helemaal vanuit Nederland’, de stem van Fernando, deze herken ik wel. 

Ik kijk over mijn schouder en zie hoe een man van 1.80 met een bruine leren jas, donkere jeans en lang grijs haar zich naast Fernando heeft gepositioneerd. Met grote interesse observeert hij de houten stellage, die in werkelijkheid een binnenhuis versie is van een muurschildering. Hij heeft geïllustreerde boekjes bij zich met verhalen over Mapuche, illustraties die hij met zijn kunstenaarscollectief maakt. Zij kletsen, ik schilder. De rolverdeling gaat vanzelf. Ik word de introverte kunstenares, Fernando degene die onze PR op zich neemt.

‘Nanda, hoor je dat? We worden uitgenodigd in het zuiden om te schilderen! Alle onkosten worden vergoed en ze willen ons graag hun Mapuche kunst laten zien. Super toch?’

Na deze enerverende eerste uitnodiging in mijn kunstenaars carrière, observeren we het werk van een afstand. Fascinerend hoe de kleurvlakken die van dichtbij gewoon hokjes leken, echt tot leven komen. En dit is pas de eerste laag, die nu moet drogen. De volgende stap is wit toevoegen aan de lichte daken, zodat er een glinstering ontstaat. Fernando vindt dat ik klaar ben voor een nieuwe uitdaging: het gradueel aanbrengen van groen, zodat er een grasvlakte ontstaat onder de vulkaan. Van licht naar donker. Hoe meer rood ik aan de groene verf toevoeg, hoe donkerder. Puur op visuele instructie en intuïtie. Dit voelt als een invasie op zijn werk, deze brede groene banen. Het voelt onomkeerbaar. Donker. Het vraagt om lichte streken, overgangen, verschillend kwast gebruik en af en toe wat extra water om een kleurovergang natuurlijker te laten lijken. Stressvol. Ik dacht dat ik het koud zou hebben op mijn sokken in deze grote stenen hal. Mijn ijzige voeten zijn wel het laatste waar ik mee bezig ben.

‘Zullen we het resultaat nog een keer van veraf observeren?’ Tussen de stroom aan bezoekers kijken we naar de progressie. ‘Zie je hoe het groen wat lichter moet?’ Ja dat is niet te missen. ‘Geen zorgen, dat lossen we gewoon op tijdens het aanbrengen van de tweede laag.’ Ik voel opluchting en een bemoedigend klopje op mijn schouder. Ik ben toe aan thee, of een biertje. Mijn knieën doen zeer van het gehurkt zitten. Yoga heeft me niet geholpen met het urenlang in een kleermakerszit zitten en mijn handen zijn stijf. Het is een romantisch idee, onderdeel zijn van dit kunstwerk. Maar dan toch liever in die eerste basis verflaag, onzichtbaar. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volgende
Volgende

De eerste stapjes op Chileense bodem